top of page

PRIKKELENDE VRAGEN

Onderstaande stellingen zijn samengesteld om het gesprek omtrent gender binnen de begeleiding van personen met een licht verstandelijke beperking te stimuleren. De stellingen kunnen schuren, prikkelen, herkenning en misschien ook wel aversie oproepen. De studenten van de cursus: Begeleiden van transgender personen met een LVB worden uitgenodigd om onderstaande stellingen in te vullen. Tijdens de cursus worden de meest prominente antwoorden besproken. Invulduur: 15 min.

​

Roepen onderstaande stellingen iets bij je op en wil jij hiermee aan de slag?

Schrijf je in voor de cursus!

Klik hier voor meer informatie en inschrijving. 

De stellingen

1.Vragen stellen over iemands gendergevoelens doe ik niet. Hiermee respecteer ik de privacy van de persoon.
2. Ik weet wat ik kan doen als mijn cliënt verteld dat deze transgender is.
3. Gender is tegenwoordig een trend.
4. Ik gebruik die/hen als een persoon aangeeft non-binair te zijn.
5. Een meisje die een jongen wil zijn is eigenlijk gewoon lesbisch.
6. Als een cliënt in je organisatie in een transitie zit kan zijn/haar/diens verhaal op de website geplaats worden. Dit kan andere cliënten inspireren om zichzelf te zijn.
7. Iedereen is een beetje bi.
8. Moeders zijn beter in kinderen opvoeden dan vaders.
9. Ik vind het stoer als een jongen hakkenschoenen draagt.
10. Een persoonlijke begeleider mag een transgender cliënt weigeren te begeleiden, als deze zich er niet prettig bij voelt.
11. Als een collega transfobe opmerkingen maakt, dan corrigeer ik deze persoon.
12. Biologisch zijn er 2 variaties. Man en vrouw.
13. Ik vind gender vooral veel gedoe.
14. Het is niet nodig om bij de ingang van de organisatie te vermelden dat LHBTI+ personen welkom zijn. Dat is iets vanzelfsprekend.
15. Ik hanteer een genderneutrale communicatie.
16. Het is niet aan de behandelaar in de transgenderzorg om te bepalen of iemand biologische kinderen mag krijgen.
17. Met een sociale transitie (verandering van kapsel, kleding en naam) kun je niks mis doen.
18. Er is te weinig tijd om een LVB cliënt goed te begeleiden in de gender transitie.
19. Ik voel mij verantwoordelijk voor de keuzes van mijn cliënt.
20. Ik vind het gemakkelijk om te praten over gender met mijn LVB cliënt.
21. Als een jongere van 14 jaar mij vragen stelt omtrent gender en genderidentiteit dan ben ik verplicht om dit te delen met de ouders.
22. Gender moet de cliënt bespreken met een gespecialiseerde hulpverlener.
23. De medebewoners van de woongroep moeten weten dat hun groepsgenoot transgender is.
24. Iemand is pas echt transgender als dit al vanaf kinderleeftijd zichtbaar was.
25. Het is belangrijk dat in het rapportagesysteem staat met welke voornaamwoorden een persoon aangesproken wil worden.
26. Het hebben van aparte mannen- en vrouwen toiletten is belangrijk.
27. Twijfelende en onzekere meisjes kiezen er vaker voor om non-binair te zijn.
28. Ik ben blij met de wachtlijsten voor transgenderzorg. Dan overhaast niemand iets.
29. Ik ga altijd mee in de zelf identificatie van mijn cliënt.
30. Een transgender persoon met een LVB heeft evenveel rechten als een transgender persoon zonder LVB.
31. Het is een must dat er themadagen omtrent de transgenderthematiek georganiseerd worden in mijn organisatie.
32. Transgender personen met een verstandelijke beperking kunnen niet inschatten wat de gevolgen zijn van een hormoonbehandeling en mogen hier nooit mee beginnen.
33. Ik deel informatie over mezelf, zodat cliënten zich meer op hun gemak voelen bij mij.
34. Een aandachtfunctionaris voor het transgender thema in mijn organisatie vind ik geen must.
35. Het is belangrijk dat mijn transgender cliënt uit de kast kan komen.
36. Het is belangrijk om naar iemands genderidentiteit te vragen bij een intake.
37. In mijn gesprekken met mijn cliënten houd ik rekening met de variatie tussen man en vrouw.
38. Ik voel mij comfortabel om de wensen omtrent een geslachtsbevestigende operatie van mijn cliënt te bespreken.
39. Mijn eigen mening over de transitie deel ik niet met mijn cliënt.
40. Apart ontmoetingsmogelijkheden voor transgender personen met een LVB is een must.
41. Ik stel ook vragen over genderidentiteit aan mijn cliënt, ook als ik hier geen signalen rond krijg.
42. Een transitie is pas geslaagd als deze persoon alle operaties heeft gehad.
43. Een liefdesrelatie met een transgender persoon brengt moeilijkheden met zich mee.
44. We moeten in het beleid van de organisatie vastleggen wat we doen op het gebied van genderdiversiteit
boy in white crew neck shirt_edited.jpg
Working from Home_edited.jpg
bottom of page